Metabool syndroom
In Nederland is de aandoening ‘metabool syndroom’ sterk in opkomst. Naar schatting heeft een kwart van de Nederlanders tussen de 30 en 70 jaar oud het metabool syndroom. Hoe ouder je wordt, hoe hoger de kans op het syndroom. Zo heeft een persoon met een leeftijd boven de 60 naar schatting wel 50% kans het syndroom te hebben.
Het metabool syndroom is een groot probleem, terwijl het nog vrij weinig aandacht krijgt. Deze aandacht is echter van groot belang, gezien het metabool syndroom een voorspeller is voor verschillende chronische ziekten. Het op tijd in kaart brengen van het metabool syndroom kan hierdoor van levensbelang zijn. Mogelijk kan het tijdig veranderen van de leefstijl het tij nog keren, en hiermee de kans op chronische ziekten sterk verlagen.
Het metabool syndroom vergroot vooral de kans op diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Er zijn vijf verschillende risicofactoren die het syndroom kenmerken, wanneer een persoon aan drie van deze risicofactoren voldoet is er sprake van metabool syndroom.
De vijf risicofactoren die het metabool syndroom kenmerken zijn: verhoogde (nuchtere) bloedsuikerwaarden, verhoogde bloeddruk, een laag HDL-cholesterol, verhoogde serum-triglyceriden en een verhoogde middelomvang. Wanneer ten minste drie van deze risicofactoren van toepassing zijn is er sprake van metabool syndroom. De kans op diabetes type 2 en hart- en vaatziekten verhoogd dan sterk. Vaak hangt het metabool syndroom samen met een verlaagde glucose-intolerantie of insulineresistentie. Zodoende wordt het metabool syndroom soms ook het insuline resistentie syndroom genoemd.
Er is nog veel onduidelijk over het ontstaan van metabool syndroom. Veel pijlen wijzen naar een verkeerde leefstijl. Hierbij blijkt vooral ongezonde voeding en te weinig activiteit een rol te spelen. Gelukkig, want daar is iets aan te doen.
Er zijn verschillende manieren om een gezonde leefstijl te bewerkstelligen, zo kan dagelijks matig intensief bewegen en bewuste voeding de leefstijl bevorderen. Betreft voeding wordt algemeen aangeraden om zout en verzadigde vetten te minderen en de inname van voedingsvezels te verhogen. Verder is een ruime variatie van groente en fruit van belang, naast het zo nu en dan consumeren van vis. Uiteindelijk vertaald dagelijkse beweging en gezonde voeding zich in een gezond gewicht, insulinegevoeligheid, een gezonde bloeddruk en een hoger HDL (goed cholesterol)-gehalte.
Hoe meer aandacht er komt voor het metabool syndroom, hoe meer er over duidelijk zou worden. Zo is er nog veel discussie over de invloed van eiwitten, koolhydraten en vetten op het metabool syndroom. Ook schijnen erfelijke factoren een rol te spelen, alleen is het nog niet duidelijk welke precies. Tijd om ons er dus meer in te verdiepen, dan wordt voorspellen straks voorkomen.
Meer lezen? Of weten uit welke bron deze informatie komt? Klik dan op de onderstaande link.
https://www.kenniscentrumsuiker.nl/images/Publicaties/Metabool-Syndroom-2013.pdf